donderdag 26 juli 2012


Juli 26, Indian Harbour, Nova Scotia CA
Het laatste bericht vanaf Canadese bodem.
De tassen gepakt, de kussens in het plastic en de kastjes leeg gemaakt. We zijn er klaar voor, maar het is nog wat vroeg, 7.15 uur. Om 20.00 uur gaat de vlieger, dus nog maar even kalm aan voor we naar de haven vertrekken.
Heerlijke weer gehad op de camping van oma Kay, 89 jaar, ze wordt geholpen door Elva de dochter. Genoten van het prachtige weer en de dagelijkse zonsondergang. Een dag slecht weer hadden we, een unicum, maar die hebben we besteed aan het maken van een fotoboek. Dat weer kwam dus goed uit.
Na 318 dagen komt er dus een eind aan onze rondreis door Noord Amerika.  Geen volledig jaar, dat hadden we best volgehouden, want we wilden ook nog even thuis zijn voor we weer op pad gaan. Nu kan de camper ook normaal naar de APK. Daar heb je ander een hoop gedoe mee als je na de APK datum terug komt, omdat we wel eerst van Hamburg naar Nederland moeten rijden voor dat ie gekeurd kan worden.

Dus, tot een volgende keer!

zaterdag 21 juli 2012


Juli 21 Indian Harbour,
Nu we met de dagen aan het aftellen zijn, al begonnen zijn met een fotoboek in elkaar te zetten, hebben we besloten om op deze camping te blijven tot we op de 26ste naar de haven rijden. En dat is geen straf: het is een prachtige plek aan een baai. En we hebben nog steeds prachtig weer!
Wat weer betreft; in die ruim 10 maanden hebben we nog geen 10 dagen slecht weer gehad. Alle dagen buiten kunnen zijn, ook al hebben we sneeuw gehad. Of koude nachten met vorst, toch was er bijna iedere bijna dag zon, fantastisch.
Het met eigen camper reizen is ons prima bevallen. Doordat je zo afwijkt van de normale campers hier, hebben we zoveel leuke kennismakingen gehad, zoveel leuke mensen ontmoet. Zelfs mensen waarmee we nog steeds mailcontact hebben. Bijzondere figuren zoals Thom Hull, wiens voorvader staatsecretaris is geweest en die ons nog steeds allerlei idiote links stuurt. Of onze “Poolse” vissers Anna en Stan uit Vancouver. Om er maar een paar te noemen. Hebben gemerkt dat de Amerikanen veel spontaner zijn dan de Canadezen, maar als je contact hebt zijn ze beide erg vriendelijk. Zelfs politieagenten en grensbeambten waren erg vriendelijk. Kortom, Amerika, Canada en ook de Baja Californa, zijn heerlijke landen om te bereizen.
De bezoeken aan de familie hebben grote indrukken op ons gemaakt. Het was als een warm bad waar we in werden ondergedompeld. De gastvrijheid was geweldig, we voelden ons meteen thuis.
Spannend was het soms wel, als er een rood lampje gaat branden, of je verliest koelwater of olie. Je weet dat je hier geen reserveonderdelen kunt kopen, niet even naar een Fiat garage kunt gaan. Gelukkig heb ik bijna alles zelf op kunnen lossen, maar je weet nooit hoelang die oplossing blijft functioneren. Onze uitlaat is tweemaal doormidden gebroken. De eerste keer is hij gelast door Al, de enigen monteur in een omtrek van 100 km. Toen die voor de tweede keer brak, heb ik zelf de reparatie met behulp van kit en slangklemmen uitgevoerd. Na ruim 10 duizend km zit ie nog steeds vast en maakt weinig lawaai.
Hebben geen tv gezien, geen voetbalkampioenschap of Tour, en hebben het geen moment gemist! Hebben we Rolde of familie gemist? Niet echt. We hebben veel mailcontact of skype gehad en dat was prima zo. Een Amerikaanse telefoonkaart kopen doen we nooit weer: kost een vermogen en werkt ook vaak nog niet. De wifi van de MC Donalds of the Home Depot of Starbucks werkte meestal prima. Daarvoor geen duur internet van AT&T!
Veel plezier hebben we van de Garmin gehad! Geweldig; zonder dat ding waren we waarschijnlijk nog steeds niet in de buurt van Halifax, grapje. Maar met zo’n navi kun je wel de backroads rijden, zonder dat je op het laatst niet meer weet waar je bent. We hebben weinig Interstates gereden, soms kon je niet anders zoals in Texas.
Nog een apparaat waar we veel plezier van hebben, we hebben er beide een, is een e-reader(NOOK). Ik heb 1200 boeken op de computer staan, die dan weer op de Nook gezet kunnen worden. En we hebben er wat af gelezen. Betsy is helemaal fan van de Cock!
En de kosten? Ach je kunt zo’n reis zo duur maken als je zelf wilt. De grootste kosten waren de vervoerskosten. Daar staat een besparing van brandstof tegenover: wij verbruiken nog niet de helft van die Ammy zuipers. Bijna 40.000 km meer geeft de teller aan voor nog geen €4000,-. Campingkosten: voor gemiddeld €6,-  per dag stonden we op prachtige plekken, bij familie of Walmart. Voor dat geld zijn we 318 dagen op pad geweest. En eten moet je thuis ook dus die kosten rekenen we maar niet.
We hoopten  een droom waar te maken; het werd een droomreis. Om nooit te vergeten! Heimwee hebben we niet gehad, maar we weten nu al dat we Fernwee krijgen!
Vandaag maar eens begonnen met opruimen. De gascilinders kunnen we niet mee terug nemen. Dat kan wel als je ze laat uitspoelen, maar dat is duurder dan een nieuwe kopen. Onze Amerikaanse buurman (Maine) was blij met de kleine fles, Elva van de camping krijgt de grote, maar die moeten we nog gebruiken. Een zak met afgedragen kleding krijgt zij ook voor de 2e handswinkel en nog een zak met dvd’s. Gisteren werden we door de Yanks uitgenodigd om een Italiaans worstje te komen eten, daarna kwam Oma Camping met een heerlijke gingercake, zelf gebakken. Gezellig gekletst.


Op onze ochtend wandeling hebben we in het haventje de lobster bewaarplaatsen bekeken en van de prachtige uitzichten genoten. Straks nog even op de fiets naar Peggy’s Cove en op de terugweg gerookte makreel halen, lekker.

donderdag 19 juli 2012


Juli 18, Indian Harbour, NS
Vandaag een belangrijke dag: we gaan de terugreis van de Rubber Tramp regelen. Daarvoor moeten we naar de expediteur in Halifax. We weten waar die zit, want daar moesten we ook zijn toen we de camper wilden ophalen, een eitje dus. Binnen een paar minuten, de betaling van $150,- nam de meeste tijd in beslag, waren we alweer buiten. Gewapend met wel een belangrijk papier. Daarmee kunnen we naar de haven rijden, camper afgeven en met een taxi naar het vliegveld.
Maar eerst vandaag naar de Waterfront waar de Tall Ships aanleggen. Maar helaas, alle parkeerplaatsen zijn in gebruik genomen om er tenten e.d. op te zetten. Na een half uur zoeken naar een parkeerplek, besluiten we het voor gezien te houden; we gaan naar Peggy’s Cove. Dit plaatsje heeft de meest gefotografeerde vuurtoren van Canada. Het is er dan ook behoorlijk druk met toeristen, busladingen vol worden hier gedropt. Onderweg op een parkeerplaats ontmoeten we Olivier met zijn neef Robert. Olivier, afkomstig uit Bremen, woonde 18 jaar in NL en woont nu een jaar in Halifax. Robert uit HH is op bezoek. Leuke leu!
We rijden langs een echt schitterende kust, overal inhammen. Alles doet hier nog onbedorven aan: geen massa hotels, restaurants, giftshops of andere troelala. In 1998 is hier vlak voor de kust een vliegtuig van Swissair met 229 inzittenden neergestort. Vanaf een stijlvol monument kijk je op de plaats waar het gebeurd  is.
Peggy's Cove
Indian Harbour is een nest van enkele huizen, maar er is een camping. Oma neemt de zaken waar en vraagt:’Well son, what can I do for you?’



En dan sta je op een plek!! Uitzicht over de baai, links het haventje, rechts een zonsondergang! Mooier kun je het niet bedenken. En geen muggen! Tot 12 uur ‘s nachts zitten we onder de luifel en meimeren over het afgelopen jaar.

maandag 16 juli 2012


Juli 15, Graves Island PP
Langs de kust van Nova Scotia naar een Provincie Park vlakbij Chester. Het Graves PP ligt op een eilandje, nou ja, er is een brug naar het eiland. Toen we hier gisteren arriveerden was er een party aan de gang, een makreel party. Jammer maar we waren te laat, de makreel was op.
Nova Scotia
Wat een prachtig park; het gehele eiland is camping met staanplaatsen waarop commerciële terreinen wel vijf campers zouden neerzetten. Schitterend uitzicht over de andere eilandjes en de prachtige baai. Bij ieder plek een picknickbank en vuurkorf. Bundel brandhout kost $5,- Enige nadeel, de muggen! ’s Avonds komen ze opzetten. In het weekend is het flink vol, maar nu, zondagavond, plek zat. Wij staan op een overloopplek maar dat is de enige plaats waar we kunnen profiteren van het wifi netwerk van het kantoor. Dus blijven we mooi staan. Hoewel het midden in het vakantieseizoen is, is de camping nog niet half vol door de week.
Nu we ons einddoel zo ongeveer bereikt hebben, Halifax, waar op 26 juli de camper weer naar de haven gaat en wij terug vliegen, even wat cijfertjes. In het totaal hebben we bijna 40.000 km gereden. De grootste afstand is wel van Vancouver (westkust) naar Halifax (oostkust). Met allerlei omwegen was dat een afstand van 11.000 km. Te bedenken: Rolde- Agadir Marokko is 3300 km! Maar we hadden de tijd want we hebben er bijna 2 maanden overgedaan. Hier blijven we tot woensdag, dan naar Halifax naar de expediteur om het vervoer te regelen. De volgende dag komen de Tall Ships naar Halifax, dat pikken we dan mooi even mee.
Gisteren een hele tijd gesproken met vier oudere Canadezen. Opvallend hoe weinig deze mensen van Europa weten en al helemaal niets van Nederland. Maar dat is ons wel vaker opgevallen.
Van onze Amerikaans vriend Thom Hull kregen we de volgende link, speciaal voor senioren: http://www.youtube.com/embed/Xv1tMioGgXI?rel=0



zaterdag 14 juli 2012


Juli 13, Halifax
We zijn, na precies 10 maanden weer terug in de plaats waar we 12 september 2011 zijn begonnen. Was niet helemaal de bedoeling om nu al hier te zijn, maar gezien de toestand van Herman leek het ons verstandig om toch maar in de buurt van de haven en het vliegveld te zijn. Gelukkig kregen we vanmorgen twee goede berichten: met Herman gaat het een stuk beter en Jan H. is, na een zware operatie, genezen verklaard! Hiep, hiep hoera!!
Vanmorgen vroeg vertrokken vanuit Amherst, vroeg rijden, dan een lekker plekje opzoeken en heerlijk relax van het mooie weer genieten; vandaag weer tegen de dertig graden, met een windje. Via de snelweg naar Halifax, wat boodschappen gedaan bij de Costco, o.a. heerlijke steaks, morgen naar een camping aan de kust. Als er plaats is, want het vakantieseizoen is volop bezig.

woensdag 11 juli 2012


Juli 8, St Anna en nog wat even ten noorden van Québec,
Basilliek van St. Anna
Vanmorgen gefietst en dat was leuk! Alsof je door Frankrijk fiets: Franse naamborden, Franse namen op de grafzerken en huizen met Franse charme. Ondertussen hebben we met verschillende Canadezen gesproken, in het Frans, want de meesten spreken geen of heel gebrekkig Engels. Ik moet zeggen ze zijn heel vriendelijk als ze in de gaten hebben dat je ook een mondje Frans spreekt. Gisteren spraken we met een stel dat veel in Europa heeft gereisd. Hadden in Amsterdam een camper gekocht. Hier woonden ze permanent in een niet al te grote camper, ’s winters in Thailand. Zouden we ook nog kunnen doen! Langs de camperplek loopt een drukke weg; vooral veel motoren, caravans en campers komen voorbij. Een eind verderop ligt een heel toeristisch gebied. Maar ’s avonds is het heel rustig, prima zo.
Juli 9, Tadousac aan de St.Lawrence
camping Walmart
Prachtige rit met hellingen van 13%, de Hymer moest flink aan de bak! Maar deed het prima. De weg slingert langs de rivier en die is hier heel breed. De ferry doet er anderhalf uur over om naar de andere kant te komen. Maar eerst gaan we over een fjord, de Saguenay, met een ferry. Geen brug maar 3 veerboten die de verbinding onderhouden. Zo langzamerhand begint het rustiger te worden. Dit is echt Canada: bossen, meren, rivieren en kleine dorpjes. Baie ST.Paul is een echt toeristenplaatsje, veel Frans aandoende huisjes, leuk. De mensen zien er hier anders uit: slanker, de mannen dragen overhemden i.pv. T-shirts, de vrouwen gaan charmanter gekleed. En spreken vaak alleen Frans. Overnachten op een prachtig gelegen camping , camping Bon-Désir,aan de oevers. In de verte zien we de walvissen fonteinen spuiten (waarschijnlijk Humpback whales)en de witte Beluga walvissen zwemmen redelijk dichtbij. ’s Avonds een vuurtje en zo genieten we van de laatste zonnestralen.
Juli 10, wachtend op de ferry naar Trois-Pistoles
zeehonden
We zijn hier al om 8.45uur maar de ferry is vandaag vertrokken om 8 uur en de volgende gaat om 16.00 uur. Geen ramp, we hebben de tijd en vanaf onze parkeerplek, met picknick tafel, hebben we prachtig uitzicht over de rivier, ongeveer 30 km breed! Met een aantal walvissen die hier de zomer doorbrengen. We denken dat het de Minke Whales zijn. Maar eerst moet geklust worden: de waterpomp van de camper staakt de strijd en een bout van een klapstoel is gebroken. De reservepomp, ooit eens gekocht bij camping Vermeille in Zweisimmen, meer dan 10 jaar geleden, doet weer dienst tot we weer een originele hebben. Maar de stoelen zijn zo langzamerhand wel aan vervanging toe, ook meer dan 10 jaar oud. Dus Obelink wordt een van de eerste aanloophavens. De weg, nummer 138, die we over een paar uur gaan verlaten, is the Gateway to Labrador. Als je maar lang genoeg deze weg volgt , kom je daar vanzelf.
Juli 11, Remouski



We rijden een 20 km terug naar een Nationaal Park aan de kust. Prachtige eilandjes, rotsen met luierende zeehonden en de trails fietsen we. Het is alsof het voorjaar is, overal bloeiende veldbloemen. Heerlijk fietsen. Maar na een telefoontje van Marjolein dat onze zwager Herman een hartstilstand heeft gehad en nu in het ziekenhuis ligt, besluiten we de boel op te pakken en vandaag alvast maar een eind richting Halifax te rijden. Overnachten doen we in Campbellton. Maar hopen dat alles goed komt.

vrijdag 6 juli 2012


Juli 6, even ten noorden van Québec
Als je vroeg bent, heb je een lange dag! Zo waren wij al om half 11 in de oude city van Québec. Saaie rit over de autoweg van Mortreal naar Québec, maar de Hymer had er weer zin aan, dus schoten we flink op.
Echt leuke oude stad, gezellig. Veel en goed bezette terrassen. Betsy had het gevoel alsof ze in Praag liep. Vooral bij het hotel Fronteac heb je een prachtig uitzicht over de rivier. Dit hotel was in de oorlog het Brits/Canadese hoofdkwartier.
De Citadel
behoorlijk Frans
De Maasdam doet Québec aan.
hotel Frontenac
Na een uurtje rondgebangerd te hebben, weer op weg naar het noorden. Tegenover de basellique de St Anna de Beaupré zien we camper staan in de pré. (Je merkt wel; alles is hier in het Frans) en daar staan we nu: aan de oevers van de St Lawrence voor nul dollar. Maar goed ook want onze euro’s worden in rap tempo minder waard: vergeleken bij vorig jaar september is de waarde met meer 20 dollarcent gedaald.





Québec is niet alleen een stad maar ook een provincie van Canada. Canada is een tweetalig land, in Vancouver en omgeving zie je overal alles in het Engels en het Frans aangegeven terwijl daar overwegend Engelstaligen wonen. Hier niet dus; alles alleen in het Frans. Québec noemt zich ook Le Capital National! Arrogante Fransen weer hoor!
waar hebben we dit meer gezien?